Stagelopen in het modeatelier

Een interview met Dawda Suno

Museum Ons’ Lieve Heer op Solder is tijdens de modetentoonstelling ook tijdelijk het huis van het jonge modemerk CRUÈL, opgericht door William Ampofo. Dawda is een van de drie studenten die stage loopt bij William. Rond zijn 17e raakte hij geïnteresseerd in mode, mede doordat zijn moeder in de modewereld zit. Hij studeert aan de Jeansschool, waar alles draait om denim. We spreken hem bijna 2,5 maand nadat zijn stage is begonnen.

Fotograaf: Rebekka Mell

Waarom heb je je ingeschreven voor deze stageplek?
“William zat nog bij mij op school toen ik aan mijn opleiding begon. Ik hoorde dat hij nu al, op zo’n jonge leeftijd, zijn eigen modemerk heeft en dat het goed gaat met zijn bedrijf. Ik vind het vet om te zien hoe ver iemand is gekomen met dezelfde opleiding als ik nu volg. Ik wilde ook zien hoe het er in een relatief klein bedrijf aan toe gaat.”

Hoe is het om in een museum stage te lopen?
“Het is wel chill om hier in het museum te werken. Het voelt een beetje als school. Daar was ook een groot atelier waar alle studenten samen kwamen om aan hun ontwerpen te werken. Dat heb je hier ook. Omdat het museum nog dicht is, hebben we er verder nog niet veel van gemerkt dat het een museum is. Dat zal wel anders zijn als er straks allemaal bezoekers langskomen en vragen gaan stellen.”

Hoe ziet je stage er tot nu toe uit?
“We zijn begonnen met een kennismaking met William en zijn merk CRUÈL. Daarbij leerden we waar het merk voor staat en vertelde William over zijn werkwijze. Ook hebben we een aantal rondleidingen gekregen door het museum. Iedere keer weer een andere. William gaf ons de zoekopdracht ‘historische kleding’ mee. Op basis daarvan moesten we research doen. We zochten heel Instagram en Pinterest af naar inspiratie. Met alle foto’s die we hebben verzameld, is een moodboard gemaakt. Dit was de basis voor de collectie.”

Waar ben je nu mee bezig?
“William had al een deel van de Spring/Summer collectie ’22 ontworpen voor de runway. Daarvoor zijn we nu de inhouse samples aan het maken. We hebben de patronen uitgeknipt en volgende week gaan we alles in elkaar zetten. Bij ieder design wordt gekeken of we nog iets willen veranderen, het zo goed is of dat we het ontwerp helemaal uit de collectie willen schrappen. Als dat klaar is gaan we onze eigen ontwerpen verder uitwerken.”

Het museum richt zich op inclusiviteit: iedereen moet zich er welkom voelen. Speelt dat ook een rol in de ontwerpen die jullie nu aan het maken zijn?
“Inclusiviteit is juist een belangrijk onderwerp bij William. Zijn moto is ‘express yourself’. Dit staat ook op al zijn kleding. We willen mensen uitdagen om jezelf te laten zien. Mijn ontwerpen zijn ook in die stijl.”

Hoe zou je jouw stijl omschrijven?
“Ik draag veel zwart en ga voor een losse boxy fit. Dat betekent oversized kleding met rechte lijnen. Soms ga ik voor iets meer gedurfds. Ik merk dat als ik iets draag wat anders is, het veel bekijks trekt en ik positieve reacties krijg. Ik draag mijn kleding niet voor anderen, maar ik voel mij er gewoon goed in. Ik design vooral wat ik zelf mooi vindt en zelf ook zou dragen.”

Welk van jouw ontwerpen moeten bezoekers absoluut komen bewonderen?
“Ik heb een jas ontworpen die ik heel graag wil gaan maken. Ik weet nog niet of dat gaat lukken. Het is super nice hoe hij in elkaar gezet gaat worden. Het is technisch gezien echt een uitdaging en hij heeft ook een hele aparte zak. Ik denk dat hij wel heel mooi gaat worden en dat mensen het wel kunnen waarderen.”

Fotograaf: Rebekka Mell

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

PARTNERS & SPONSOREN • Amsterdams Fonds voor de Kunst • Kickstart Cultuur Fonds • Fonds 21 • Katholieke Stichting ter Bevordering van Welzijnswerk • Vereniging Rembrandt • Unesco • Nieuw Leven Facility Groep • VTW Amsterdam • Prins Bernhard Cultuurfonds • VSB-fonds • Gemeente Amsterdam • C.S. Oolgaardtstichting •